Psalm 88 – Studienbibel

Dutch Statenvertaling
Die Bibel durchsuchen
  • ELB-BK – Elberfelder Übersetzung (V. 1.3 von bibelkommentare.de)
  • ELB-CSV – Elberfelder Übersetzung (Edition CSV Hückeswagen)
  • ELB 1932 – Unrevidierte Elberfelder Übersetzung von 1932
  • Luther 1912 – Luther-Übersetzung von 1912
  • New Darby (EN) – Neue englische Darby-Übersetzung
  • Old Darby (EN) – Alte englische Darby-Übersetzung
  • KJV – Englische King James V. von 1611/1769 mit Strongs
  • Darby (FR) – Französische Darby-Übersetzung
  • Dutch SV – Dutch Statenvertaling
  • Persian – Persian Standard Bible of 1895 (Old Persian)
  • WHNU – Westcott-Hort mit NA27- und UBS4-Varianten
  • BYZ – Byzantischer Mehrheitstext
  • WLC – Westminster Leningrad Codex
  • LXX – Septuaginta (LXX)
Ansicht

1 Een lied, een psalm voor de kinderen van Korach, voor den opperzangmeester, op Máchalath Leánnôth; een onderwijzing van Heman, den Ezrahiet. (88:2) O HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor U. 2 (88:3) Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. 3 (88:4) Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf. 4 (88:5) Ik ben gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, die krachteloos is; 5 (88:6) Afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand. 6 (88:7) Gij hebt mij in den ondersten kuil gelegd, in duisternissen, in diepten. 7 (88:8) Uw grimmigheid ligt op mij; Gij hebt mij nedergedrukt met al Uw baren. Sela. 8 (88:9) Mijn bekenden hebt Gij verre van mij gedaan, Gij hebt mij hun tot een groten gruwel gesteld; ik ben besloten, en kan niet uitkomen. 9 (88:10) Mijn oog treurt vanwege verdrukking; HEERE! ik roep tot U den gansen dag; ik strek mijn handen uit tot U. 10 (88:11) Zult Gij wonder doen aan de doden? Of zullen de overledenen opstaan, zullen zij U loven? Sela. 11 (88:12) Zal Uw goedertierenheid in het graf verteld worden, Uw getrouwheid in het verderf? 12 (88:13) Zullen Uw wonderen bekend worden in de duisternis, en Uw gerechtigheid in het land der vergetelheid? 13 (88:14) Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn gebed komt U voor in den morgenstond. 14 (88:15) HEERE! waarom verstoot Gij mijn ziel, en verbergt Uw aanschijn voor mij? 15 (88:16) Van der jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw vervaarnissen, ik ben twijfelmoedig. 16 (88:17) Uw hittige toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij vergaan. 17 (88:18) Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij. 18 (88:19) Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis.